In november was de tentoonstelling The Rise of Populism in Europe te zien in het Noord Franse stadje Révin. Wendy Marijnissen doet verslag van Rencontres de l’Interculturel.
Révin, een klein stadje in de Franse Ardennen tegen de Belgische grens, ligt er grijs en verlaten bij.
Mistroostig is het woord dat het gevoel het best omschrijft en de economische realiteit hier is niet om over naar huis te schrijven. De crisis die in heel Europa hard inslaat, is hier concreet te voelen. Gesloten fabrieken zoals de Porcher fabriek, die keramische badkamer elementen maakten, liggen er nu verlaten bij en maken dat vele mannen richting Parijs vertrekken om te werken. Met achterlating van hun gezinnen in Révin, waar de huur van huizen nog betaalbaar is.
Het Centre Social heeft onze poster tentoonstelling entree ruimteophangen en in hier zal ik in de namiddag ook een lezing geven over het project Us/Them, mijn werk rond Moslimas op gang gekomen door het Belgische Burkaverbod en onderdeel van The Rise of Populism.
Het publiek die middag bestaat dan ook vooral uit moslimvrouwen, met en zonder hoofddoek.
De vrouwen luisteren aandachtig en kijken naar het werk, maar zien niets nieuws. Dit is hun wereld, zeer herkenbaar en die wereld hoef ik hen niet meer te tonen. Toch ontstaat er na afloop met een aantal vrouwen een interessant gesprek. De situatie voor moslims in Frankrijk blijkt dezelfde te zijn als die in België en ook hier worden vrouwen met een hoofddoek raar bekeken en lijkt het angst in te boezemen. De vrouwen benadrukken verschillende keren dat ze gewoon hetzelfde zijn als jij en ik. Ik op mijn beurt probeer uit te leggen dat ik dat begrijp, ook zo voel en daarom ook het project Us/Them wilde maken. Tijdens het maken stuit(te) ik echter toch op veel onbegrip of een gebrek aan medewerking binnen de Moslimgemeenschap. Ik probeer uit te leggen dat heel veel andere mensen hun wereld niet kennen en het belangrijk blijft om van elkaar te leren en te laten zien dat we hetzelfde zijn, om mensen te leren kijken voorbij angst en onwetendheid. Op mijn vraag hoe dit dan komt of wat ik kan doen om dit te veranderen blijft het antwoord zoek en kunnen ze me ook niet echt verder helpen.
De tentoonstelling zelf raakt mensen op verschillende manieren. Het werk van Jan-Joseph Stok is het meest herkenbare voor iedereen. Dit is het Frankrijk wat ze herkennen, wat niet vreemd is en wat mensen op de tv zien of in hun kranten lezen. Dit is een gezicht van Frankrijk wat niet fraai is…Het werk van Ed Thompson springt het meeste in het oog en de foto met de man met het vlaggenmasker op, vraagt meteen je aandacht en trekt bezoekers in de tentoonstelling. Ik merk dat de organisatie veel moeite gedaan heeft om alle teksten die bij onze expo horen om deze te vertalen. Want ons project en elk foto-onderdeel zelf heeft wel enige vorm van uitleg en duiding nodig om de context te begrijpen. Ten slotte blijkt het werk van Dirk-Jan Visser zeer te intrigeren, maar ook het moeilijkste te begrijpen. Op het eerste gezicht lijkt het werk vreemd en moeilijk te plaatsen waar dit werk thuis hoort binnen ons grote verhaal over opkomst van populisme in Europa. Maar na uitleg of het lezen van de teksten is men geïntrigeerd en ziet men het als het meest persoonlijke werk wat mensen raakt en fascineert.
Uiteindelijk beleef ik een interactieve middag waarin vrouwen participeren in gesprek, waar discussie ontstaat en vele vragen worden opgeworpen. Als afsluiter is er een lokale journalist die een mooi artikel schreef in het krantje L’Ardennois