Een kijkje achter de schermen van een mbo leerlijn in ontwikkeling – door Elsbeth Pijnappels, educator FOTODOK
Wat zeggen beelden vandaag de dag nog, als je eindeloos kunt scrollen en de keuzes waarnaar je kijkt overweldigend zijn? De verschuiving van het geschreven woord naar (bewegend) beeld is al tijdenlang in volle gang, maar het onderwijs beweegt daar (nog) niet genoeg in mee. Beschikken studenten van de creatieve studies in het mbo over de juiste skills en kennis om zich te onderscheiden als makers met een kritische blik? Wij (Paul Hageman van het Grafisch Lyceum Utrecht en Elsbeth Pijnappels van FOTODOK) zagen dat hier kansen liggen. En stelden onszelf, onze collega’s én de studenten daarom de vraag: wat hebben studenten nodig om te kunnen floreren in hun toekomstig vakgebied: de creatieve industrie? En: als onze studenten de beste ontwerper van Nederland willen worden, wat is daarvoor dan nodig?
De urgentie voor meer aandacht voor beeldeducatie, kritisch leren kijken en vaardigheden in het vertellen van verhalen kwam daaruit duidelijk naar voren. De wens voor een leerlijn waarin visuele geletterdheid, ideevorming en storytelling een plek krijgt, wordt ‘as we speak’ met ondersteuning van Fonds 21 werkelijkheid. In deze reeks blogs nemen we je mee achter de schermen en in de school.
Langer kijken
Hoe goed kijk je in je dagelijks leven naar beeld? Ik schreef al eerder over de kunst van het kijken en de gemiddelde tijd die we naar een kunstwerk kijken. In de eerste klassen op het Grafisch Lyceum deden we een kleine test . We bekeken deze foto van Martijn van de Griendt, die hij maakte in één van de gevaarlijkste gevangenissen ter wereld, dertig seconden lang. Zonder opdracht. Gewoon kijken. Na dertig seconden werd het beeld zwart en mochten studenten in groepen aan de slag om het beeld na te maken. Dingen die ons meteen opvielen: de leiders van de groep worden meteen duidelijk. Ze namen het voortouw in de groep, regelden wie waar moest staan en namen vaak zelf de hoofdpositie in het beeld in. Een mooi sociaal aspect wat duidelijk werd in deze opdracht. Er werd samengewerkt, overlegd, gediscussieerd en de groepjes waren niet zomaar klaar. Maar er vielen ook wat andere dingen op: de meeste aandacht ging (uiteraard) naar de belangrijkste personages in het beeld, de groepjes dacht niet na over de plek waar ze foto konden nemen én de positie van de fotograaf, het standpunt van waaruit de foto was genomen. Als ze al terugkijkend hun foto vergeleken met het origineel waren ze kritisch – ze zagen welke details ze hadden gemist en wat ze anders hadden willen doen.
Beeld: het resultaat van de studenten
Aan de hand van een nieuwe kijkopdracht vroegen we de studenten een van hun genoteerde woorden uit te kiezen en daarvan ook de tegenstelling te fotograferen. Deze beelden presenteerden ze aan elkaar en gaven feedback. De overkoepelende conclusie was dat je goed moet nadenken hoe je iets in beeld brengt als je je boodschap duidelijk wilt overbrengen. Vaak kwam de groep niet uit de beoogde tegenstelling omdat de gemaakte beelden te veel ruis bezitten die de aandacht afleidden of in verwarring brachten. De afstand waarop je iets fotografeert, het kader dat je kiest, het licht, etc. Zijn allemaal beeldaspecten die beïnvloeden hoe iemand naar een beeld kijkt. Met elkaars feedback deden ze de opdracht nog een keer, met een nieuwe reeks tegenstellingen. In deze tweede ronde waren de beelden die ze maakten veel sterker. De bedoeling was duidelijk, de ruis weg. Er ontstaan echte beeldparen.
Beeld: Tegenstellingen snel-langzaam en droog-nat door Sophie Berkhout
Visueel woordenboek
De tegenstellingen opdracht vormde de opmaat naar het visueel woordenboek dat we gedurende het schooljaar met de studenten gaan aanleggen. De klassen werden verdeeld in kleine groepjes en elk groepje kreeg vijf begrippen. De begrippen zijn beeldaspecten en vaktermen die ze binnen de studie en straks in hun loopbaan veelvuldig gaan tegenkomen en gebruiken. Deze opdracht heeft als doel de studenten te stimuleren verder te kijken dan hun eerste ingeving en/of het eerste resultaat op google. Het groepje vertaalde de vijf woorden naar beelden en maakte van elk woord meerdere beeldvarianten. Deze beelden (foto’s) werden daarna in een kritische kijkles getoetst aan het begrip dat ze moesten representeren. Het blijft een uitdaging om abstracte begrippen te vertalen naar beeld – er was vaak nog veel ruis te zien, waardoor veel beelden niet de selectie haalden. De gekozen beelden die de selectie wel haalden zijn daarentegen sterk. Gedurende het schooljaar komt deze opdracht telkens terug en breiden we samen het woordenboek langzaam uit.
Beeld: Impressie van de eerste bijdragen aan het visueel woordenboek, van links naar rechts en boven naar beneden:
Asymmetrisch door Arrow Postma, Beweging door Mathijs de Haas, Contrast door Masha Oosterom, Herhaling door Rhodé de Jonge, Ritme, Scheuren door Claartje Schouten en Vloeien door Larissa Pasman.
Leave a reply